Schrijfopdracht nr. 253
Ik
stel voor dat je vandaag een gedichtje gaat maken, bijvoorbeeld voor
een kind, waarin de volgende rijmwoorden achter elkaar voorkomen:
groeien,
koeien, klein, zijn, gezegd, terecht, verdwijnt, eind. Je mag de
rijmwoorden omwisselen. Als je uiteindelijk maar een gedichtje hebt
gemaakt van acht regels, waarin de acht woorden allemaal aan het eind
van een regel staan. Doe je best!